Toen ik laatst in mijn inbox keek, zag ik een email van Gwenn. Het enige wat er in de email stond, waren twee collages van de ontwikkeling van twee Kohaku. Twee Kohaku gekweekt door Gwenn wel te verstaan. Het begon allemaal bij Het kwekerssyndroom is neergeslagen in Belgiƫ en werd vervolgd in de blog Update van gwenn's kweek. Tijd voor een update dus. Ik kan er een lang verhaal van maken, maar dat ga ik niet doen. Bij deze de twee collages van de ontwikkeling van twee Kohaku van eigen kweek. Te beginnen bij de Nidan Kohaku, die op 5 december de 30 centimeter aantikte bij de meetlat. Geboren op 1 juni, nu zes maanden later al een respectievelijke lengte van 30 cm! Hier kunnen de Japanners jaloers op zijn! Waarbij deze tweestapper als 13 cm grote vis de forse lichaamsbouw, grote borstvinnen en volle rode pigmentatie opvallen, zo vloeiend is de bouw als 23 cm grote vis. Het neusje, de glinsteringen op de huid, zijn allemaal aanduidingen (in de vorm van irridoforen, oftewel glanskristallen) voor de kwaliteit van de glans van de vis. Zie voor meer informatie over de glans, Update Hirasawa Sanke en De pronkende veren van de pauw.
Wat verder opvalt bij deze Kohaku is het vage gedeelte op de schouder. Dit vergelijkende tussen de Koi op 23 cm en 30 cm, is te veronderstellen dat een gedeelte zich heeft versterkt met rood pigment en er echt een verbinding tussen twee vlakken is ontstaan. Dit is tamenlijk onverwacht, gezien de tweestapper als 23 cm, waar het rode pigment juist lijkt weg te trekken tussen de verschillende rode delen in. Verder is de Koi nu veel 'voller' qua pigmentatie. Zowel met de rode als de witte pigmentatie. Ik ben benieuwd hoe dit zich verder gaat ontwikkelen in de toekomst.
Dan een andere Kohaku, een Sandan Kohaku, oftewel een driestapper. De ontwikkeling is erg goed te vergelijken met de tweestaps Kohaku hierboven. De bouw heeft eigenlijk een gelijke ontwikkeling meegemaakt. Bij deze Sandan Kohaku zijn de Yamatoya eigenschappen van het vrouwelijke Oyagoi nog duidelijker aanwezig dan bij de Nidan Kohaku. Naast de grote borstvinnen en het zachte Beni (rood), zijn de fluwelen Shiroji (witte) huid, de kenmerkende hap uit het koppatroon en de knik net voor de ogen duidelijke Yamatoya- kenmerken. Nu ik het over Yamatoya heb, zie Yamatoya in woord en beeld.
Deze Kohaku lijkt een sterkere pigmentatie dan de Nidan te hebben, wat zich uit in een volle rode en witte pigmentatie. Ook zijn er duidelijk meer irridoforen zichtbaar op de vis, wat zich uit in een betere glans dan de voorgaande vis. Nu al 33 centimeter, dit belooft wat voor de toekomst. Er zijn natuurlijke ook wel wat punten welke twijfel bij mij oproepen bij het beoordelen van deze twee Kohaku en dat is namelijk de sterke voorbouw op de vis. Dus niet zo zeer de kop, die is heel mooi in proporties, maar het breedste punt van deze Koi. Het breedste punt zit namelijk niet vlak achter de kop, maar waar de borstvinnen eindigen op de foto (klik op de foto voor een vergroting). Dit zal zich later manifesteren in een forse breedgebouwde Koi, waar de kop iets te klein uitgevallen zal zijn. Zo'n typische bodybuilder vis. Dit straalt echter wel kracht uit, maar zal zich misschien niet in lengte uit gaan drukken. Daarnaast begint de rugvin wat te laat, wat de sterke voorbouw alleen maar extra zal 'versterken'.
Gwenn, hartelijk dank voor de update en ik ben benieuwd naar de volgende!
Zo Gwenn, goed bezig zeg! Zes maanden oud en nu al meer dan 30 cm, ik zou willen dat ik zulke resultaten had! Ben echt benieuwd naar de volgende update.
BeantwoordenVerwijderenGr,
Piet
dit zijn toch prachtig vissen? wat bedoel je nou precies met sterke voorbouw? ik vind breede vissen juist mooi, inplaats van die dunne scharminkeltjes.
BeantwoordenVerwijderenSuccess ermee he!
Piet de Vries
Hallo Piet,
BeantwoordenVerwijderenNatuurlijk heb je helemaal gelijk wanneer je een brede vis aantrekkelijk, maar dat is ook niet het probleem. Ook is het nu, bij dit formaat, is het geen probleem.
Wat Bram bedoeld is dat het breedste punt bij en Kohaku normalerwijs direct achter het hoofd hoort te liggen. Dit zal later leiden tot een goede gestroomlijnde overgang tussen het hoofd en het lichaam van de Koi. Wanneer het breedste punt van de Koi verder naar achteren licht, zal de kop relatief kleiner blijven. Dat verschil is op vroege leeftijd nog nauwelijks zichtbaar en vereist een getraind oog, maar op latere leeftijd zal dit zich openbaren als een disbalans.
Hoop dat het zo duidelijk is geworden. Ook wij houden dus niet van dunne scharminkeltjes ;)
gr,
Tiebo
Hoi Tiebo bedankt voor je antwoordt is me nu al een stuk duidelijker. is dit nu alleen bij kohaku zo?
BeantwoordenVerwijderengroeten piet