zondag 27 september 2009

Brams' Bakje

Sinds het voorjaar van 2009 heb ik thuis een binnenbak in werking. Deze heb ik bij ons achter in een houten schuur gebouwd. De ruimte waar de bak in staat is geïsoleerd met 5 cm dikke isolatieplaten, type Dupanel. De bak heeft een afmeting van 2,10*2,10*1,46m, met een inhoud van bijna 6.500 liter. Via een zijdrain, een vortex, een 13.000 liter pomp en een trickling filter wordt de bak draaiende gehouden. De trickel is gemaakt van kratten met geperforeerde bodem en de onderste bakken zijn dicht, om het water op te vangen. Deze bakken zijn gekoppeld, waardoor er een circulerende stroming ontstaat. Het filtermateriaal bestaat uit Bacteria House, KSB en plastic bioballen. Naast de goede zuurstofvoorziening van de trickling filter staat er nog een aparte luchtpomp van 30 liter/min te draaien. Via een tijdklok staat een TL-balk ingeschakeld om extra licht in de ruimte te brengen.



Sinds begin mei heb ik er vier vissen in zwemmen, een Sanke van Marusei Hirasawa, een Pearl Ginrin Sanke + Showa van Sekiguchi en een Karashigoi van Marudo. Het zijn niet echt tategoi, maar wel interessante vissen om de ontwikkeling van te volgen. Een voerautomaat zorgt voor een regelmatig voederpatroon. Op het moment is deze ingesteld op 6x voeren per dag, welke om 8.00, 10.30, 13.00, 15.30, 18.00 em 20.00 voer geeft. Nu de winter eraan komt zullen de tijden aangepast worden op de tijden van zonopkomst en zonsondergang. Koi zijn het 'hebberigste' rond deze tijden. In Japan wordt tussen de vijf en zeven keer per dag gevoerd, van 6.00 tot 18.00, waarbij de tijd tussen de voederbeurten variëreert tussen de twee en drie uur. Zowel Marudo, Yamamatsu en Dainichi staan achter dit voederregime en behalen hier de beste resultaten mee. Om die reden gebruik ik ook Saki Hikari Basic (korrelgrootte 3mm), waar zij ook volledig achter staan.

Begin mei zijn de vissen dus geplaatst. Ik heb er anderhalve maand van mogen genieten en toen ging ik voor zeven weken naar Japan. Wat een kick was het om de Koi weer terug te zien eind augustus! De kleinste van het stel toen, de Karashigoi was 14 cm bij plaatsing, was gegroeid naar 32 cm. Op zich een hele respectabele groei, maar ik was dus net terug uit Japan. De Karashigoi bij Marudo waren toen al 40 cm en zullen nu gemiddeld 45 á 50 cm zijn. Het jammere is dat deze vis voor zijn komst naar deze bak behandeld moest worden aan een wondje en nu een scheefgetrokken bek heeft. Maar ja, zo'n Karashi heeft wel zijn charme door zijn rustige gedrag en dat het zo'n schrokop is.

De Marusei Sanke is gegroeid van 22 naar 29 cm, de Sekiguchi Showa van 22 naar 32 en de Pearl Ginrin Sanke is gegroeid van 24 naar 31 cm.

Ik zal binnenkort deze Koi extra belichten in een apart artikel. Deze groei is dus in vier maanden tijd gerealiseerd. In Japan zitten de vissen van deze leeftijd vanaf midden mei in de mudponds, tot midden oktober. Dit betekent dus vijf maanden mudpond voor Ake-nisai (nieuwe nisai). Tosai zitten trouwens gemiddeld maar drie tot vier maanden in de mudponds. Zo'n tosai groeit van 1 cm uit tot een Koi van gemiddeld 20 cm in deze tijd. Vanaf september zitten deze verwarmd in de koihuizen tot midden mei, waarin deze een gemiddelde lengte van 30-35 cm behalen. Wanneer deze weer naar buiten gaan voor een volgend mudpondseizoen wordt een gemiddelde lengte van 50 cm behaald. Mijn Koi zouden dus idealiter deze lengte hebben dit najaar. Zonder verwarming en continue waterverversing zit dit er hier niet in geloof ik (ik ververs hier twee keer per week, 10% per keer). Al is het water dit jaar nog niet onder de 20 graden geweest. Zelfs nu is het nog 20,5 graad.

Hierbij een video welke ik gisteren heb gemaakt:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

 
Nishikigoi Novelle en de gehele inhoud van http://koiquest.blogspot.com wordt beschermd middels copyright. Niet in enige vorm mag er publicatie plaatsvinden zonder expliciete toestemming.