woensdag 17 februari 2010

Tategoi Showa in spé

Een tijdje terug heb ik jullie mijn Showa voorgesteld in het blog 'Hoe gaat deze showa zich volgens jouw ontwikkelen?' . Wij van KoiQuest zijn zeer blij met de reacties die naar aanleiding van dit blog zijn geschreven. Ik, als eigenaar van de vis, ben het eens met zowel de reactie van Joop als die van John.
Het is inderdaad een mannetje, met als sterkste punten zijn lichaamsbouw, Shiroji (wit) en Teri (glans). Daarnaast is het een stabiele Koi, wat vooral aan de stabiliteit van het Sumi te zien is. De voorbouw is geen typische (brede) Showa-bouw met een brede schouderpartij die al snel achter de kop begint, maar deze loopt vloeiend door vanaf de kieuwdeksels. Het breedste punt van deze Koi bevindt zich halverwege de borstvinnen. Daarnaast loopt de kop niet te spits richting de bek, welke overigens lekker breed is. Het lichaam loopt vanaf de kop vloeiend door richting staartvin en toont geen enkel teken van inval. De verhoudingen van de vis voor de lichaamsbouw zijn dus goed te noemen.  
Dan de huidkwaliteit. De grootste pluspunten van deze Showa zijn, zoals eerder genoemd, het Shiroji en de Teri. De sterke aanwezigheid van wit pigment in de borstvinnen en de scherpe aflijningen van de patronen (kiwa en sashi) onderstrepen dit nog maar eens. Het eerst Sumi patroon op de rechterschouder toont de lichtweerkaatsing van de iridoforen van de witte huid. Dit kenmerk is ook bij de rugvin te zien. Dit zijn tekenen van een hoge glanskwaliteit. De groen-achtige glans welke waar te nemen is op de witte huid ten hoogte van de rugvin, bevestigen de glanskwaliteit van deze Koi. Wanneer deze Showa een zwembeweging maakt en de zon (of lamp) schijnt, zijn de rest van de iridoforen ook erg duidelijk waar te nemen. De kwaliteit van het Sumi is op zich ook niet verkeerd, maar tegenwoordig zijn er Koi met inktzwarte sumi-patronen. Dat heeft deze vis dan weer net niet. Dan het Beni. Dit is waarschijnlijk het minste punt van dit mannetje. De rode pigmentatie is typisch het Hi van een man, 'hard'. Het Beni-patroon op de schouder toont een lichtere schubbenrij midden in het patroon. Dit kan een mogelijk verval van het Beni zijn, waardoor het mogelijk is dat het patroon op die plek gaat breken. Op meerdere plekken bij de rode patronen zijn invallen te zien, wat zich uit in een witte ruimte tussen de schubben in. Dit euvel is te zien als de Koi een zwembeweging maakt. Bij een snelle groei zou er dus de kans bestaan dat er op deze plekken witte ruimten gaan ontstaan, doordat de rode pigmentcellen de groei niet kunnen bijbenen. Een gecontroleerde groei is dus belangrijk voor behoudt van pigment. Dit is echter geen probleem, daar de meeste groei er nu wel uit is.

De vis is nu 50 cm, 7 cm groter dan in juni 2009 toen ik de Koi heb aangeschaft. Ik verwacht dat deze Showa maximaal 65 cm gaat worden en in de loop der jaren telkens enkele centimeters zal groeien. Qua pigmentatie denk ik dat de vis nu wel op zijn hoogtepunt is qua Beni, al is dit aspect natuurlijk enorm te beïnvloeden door voeding en wateradditieven. Qua patroon zal er op het gebied van Sumi nog wel het één en ander kunnen veranderen, al zal dit minimaal zijn. Ik denk dat deze Showa nog wel wat extra zwart pigment gaat aanmaken, maar net als bij het Beni is dit ook beïnvloedbaar. Dit geldt overigens tevens voor de glans. 

De eerdere posting van het blog van de Showa heeft trouwens nog iets anders dan beoordelingen van hobbyisten opgelverd. Jos Aben zag in deze Koi namelijk een geschikt ouderdier. De afgelopen maand heeft mijn Showa zich mogen uitleven, jullie kunnen het resultaat binnenkort bewonderen op de Nishikigoi Novelle!   

1 opmerking:

  1. Goedendag,

    Mooie koi, het is maar goed dat die zich een keer mag uitleven, vooral het wit is mooi. Heb deze vis ook in het echt gezien. mooi beestje wees er zuinig op!!

    Greetzz

    BeantwoordenVerwijderen

 
Nishikigoi Novelle en de gehele inhoud van http://koiquest.blogspot.com wordt beschermd middels copyright. Niet in enige vorm mag er publicatie plaatsvinden zonder expliciete toestemming.